| Nederland nieuwkomersland | |
Geplaatst: Vr Nov 30, 2001 13:28 |
|
|
|
Nieuwkomersland
Hoe Nederland in zeven jaar paars van kleur verschoot; dat blijft als niet wordt getornd aan gezinshereniging
Als het tumult de afgelopen week over een uitgelekte nota van D66-minister Van Boxtel niet bedriegt, dan worden immigratie en integratie een belangrijk thema in de verkiezingen van 2002. Een onderwerp dat onder Paars lang taboe bleef, ligt nu op ieders lippen. De feiten en cijfers: opdat iedereen weet waar we over praten.
Voordat in 1994 onder leiding van minister-president Wim Kok (PvdA) het eerste paarse kabinet aantrad, telde Nederland 15,3 miljoen inwoners. Iets meer dan twee miljoen (13 procent) van hen waren allochtoon. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is een allochtoon iemand die niet in Nederland is geboren of ten minste een ouder heeft die niet hier is geboren. Ongeveer een miljoen allochtonen waren in 1994 afkomstig uit een niet-westers land.
Nederland is in zeven jaar paars nog verder van kleur verschoten. Er zijn nu 16 miljoen inwoners, 3 miljoen daarvan (bijna 20 procent) is allochtoon. Ongeveer de helft komt uit een niet-westers land: zo'n 300 duizend Turken, 300 duizend Marokkanen en 300 duizend Surinamers. Andere grote groepen komen van de Antillen (120.000), uit Joegoslavië (60.000), Irak (40.000), Somalië (30.000), Afghanistan (26.000) of Iran (24.000). De niet-westerse allochtonen zijn de snelst groeiende groep inwoners, en zij maken een steeds groter deel uit van de Nederlandse bevolking. Op straat is de verandering zichtbaarder dan in de statistieken. Het CBS houdt op met tellen na de tweede generatie.
De eerste grote groepen, Turken, Marokkanen en Surinamers, begonnen te komen in de jaren zestig en zeventig. Aan het begin van de jaren zeventig waren er 50 duizend Marokkanen, nu 300 duizend. Eenderde heeft geen werk. Meer dan de helft is afhankelijk van een uitkering. Turken en Surinamers doen het iets beter.
De meeste allochtone jongeren volgen een opleiding aan het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) of mavo. Toch zien allochtone ouders, net als autochtone ouders, hun kinderen het liefst dokter of advocaat worden. De schoolresultaten geven daartoe nog weinig aanleiding. Het slagingspercentage ligt bij alle soorten toetsen en examens lager. Antillianen en Arubanen scoren het best van alle allochtonen, Turken het slechtst.
De schooluitval onder allochtonen is erg hoog. Bijna 25 procent van de Turkse en Marokkaanse jongens verlaat de school zonder diploma. Bij de meisjes ligt dat bijna 10 procent lager.
Vooral onder de Marokkanen leidt de achterstand tot frustratie. De eerste generatie keert zich meer in zichzelf en wendt zich af van de Nederlandse samenleving. Ze kijken meer naar eigen televisiezenders en zitten vaker in de moskee dan dertig jaar geleden. De nieuwste cijfers laten een kleine daling zien van werkloosheid, maar dan onder jongeren van de tweede generatie. Meer dan 10 procent van de Turkse beroepsbevolking in Nederland begint een eigen zaak, in de horeca, in de tuinbouw of in het uitzendwezen.
Het is ook de hoogste tijd dat het beter gaat met Marokkanen en Turken, want een nieuwe groep nieuwkomers heeft zich al aangediend. Bij de zestien miljoen inwoners zijn de asielzoekers die nog in de procedure zitten niet meegeteld, net zomin als de illegalen. Tijdens paars meldden zich jaarlijks tussen de 30 duizend en 40 duizend asielzoekers. Tachtigduizend asielzoekers zitten op dit moment in de procedure. Ze wonen meestal in een asielzoekerscentrum. Jaarlijks verdwijnen zo'n 20 duizend asielzoekers uit de statistieken, met onbekende bestemming. Die zijn nog wel in Nederland, maar komen in geen enkele statistiek voor. Ze zijn meestal niet, zoals soms wordt verondersteld, naar eigen land teruggekeerd.
Er zijn ook asielzoekers die geen verblijfsvergunning hebben gekregen, maar volgens de staatssecretaris van Justitie niet kunnen terugkeren, omdat hun land te onveilig is. Dat heet 'technisch onverwijderbaar'. Nederland huisvest onder meer tienduizend technisch onverwijderbare Koerden uit Irak.
In 2000 gaf het ministerie van Justitie zeshonderd miljoen gulden (272 miljoen euro) aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en twee miljard (900 miljoen euro) aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Die bijdrage is in acht jaar verzesvoudigd. Nederland geeft jaarlijks slechts 142 miljoen (64 miljoen euro) aan de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR voor opvang van vluchtelingen buiten Nederland.
Opvang
De kosten van immigratie zijn veel hoger dan alleen die voor opvang van vluchtelingen. Turken, Marokkanen en Surinamers zijn veel meer dan Nederlanders afhankelijk van uitkeringen en maken ook meer gebruik van medische voorzieningen. Ook zijn zij oververtegenwoordigd in gevangenissen. Het aandeel van buitenlanders in de criminaliteit is buitenproportioneel. Immigratie betekent dus lastenverzwaring. Immigranten dragen minder af aan de fiscus, terwijl ze meer aanspraak maken op de sociale zekerheid. Een grotere toestroom van immigranten betekent dat de verzorgingsstaat onder druk komt te staan.
De nieuwe immigrantengroepen lijken nog minder dan de eerste generatie Marokkanen en Turken aanstalten te maken om hun plek te vinden in Nederland. Met Irakezen, Somaliërs en Afghanen is het dramatisch gesteld qua werk en opleiding. Hun opvang kost de schatkist de komende jaren een fortuin. Dat is niet het enige. Volgens de Binnenlandse Veiligheidsdienst hebben Afghanen hun onderlinge vetes meegenomen naar Europa en is de Afghaanse gemeenschap in Nederland een explosief mengsel van tribale en religieuze tegenstellingen.
Volgens recent onderzoek van de Katholieke Universiteit Brabant doen de 30 duizend Somaliërs nauwelijks moeite Nederlands te leren. Ze voelen zich verongelijkt dat hun diploma's niet worden erkend en ze zijn bijna allemaal afhankelijk van een uitkering. Ze hebben geen zin om te werken. Bizarre praktijken als vrouwenbesnijdenis worden in Nederland voortgezet. Veel Somaliërs vinden zelfs dat ziekenhuizen daar de faciliteiten voor moeten bieden.
Op dit moment hebben de Iraakse, Somalische en Afghaanse gemeenschappen ongeveer de omvang die de Marokkaanse gemeenschap had in de jaren zeventig. De belangrijkste motor van de bevolkingsaanwas in de dertig jaar daarna was niet asiel, maar gezinshereniging (het over laten komen van vrouw en kinderen) of -vorming (het over laten komen van een huwelijkspartner). In de afgelopen jaren was familie in de helft van alle aanvragen het motief voor immigranten (zie 'motief vaak familie').
Marokkanen trouwden en trouwen nog steeds met Marokkanen en Turken nog steeds met Turken. Zeker 75 procent van de Marokkanen trouwt met een Marokkaan(se) uit Marokko. Bij de Turken ligt dat cijfer ongeveer even hoog. Die bruid of bruidegom spreekt dus weinig of geen Nederlands, de kinderen dus ook niet en die beginnen op school met een bijna onoverbrugbare taalachterstand.
Minister van Grote-Stedenbeleid en Integratie Roger van Boxtel (D66) heeft nu bedacht dat ongebreidelde gezinsvorming slecht is voor integratie. Hij wil, blijkens een nog geheime nota, het asielzoekers met een tijdelijke status niet langer toestaan om ook huwelijkskandidaten over te laten komen. De nieuwe Vreemdelingenwet die per 1 april 2000 van kracht is, staat het asielzoekers reeds in de procedure toe om te beginnen met gezinsvorming en -hereniging.
Het voorstel van Van Boxtel - dat door de PvdA meteen naar de prullenbak is verwezen - is niet erg ingrijpend. De minister van Integratie wil slechts asielzoekers met een tijdelijke status het recht op gezinsvorming ontzeggen. Je mag als asielzoeker met een tijdelijke vergunning nog steeds wél familieleden laten overkomen. En de asielzoekers die al zijn toegelaten - onder wie 60 duizend Joegoslaven, 40 duizend Irakezen, 30 duizend Somaliërs - mogen gewoon doorgaan met gezinshereniging en -vorming.
Maar juist door de importpartners stagneert de integratie van buitenlanders. Dat signaleerde onlangs ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in het het rapport 'Nederland als immigratiesamenleving'. Een Turk of Somaliër die een halve Nederlander is geworden, trouwt met iemand die helemaal Turks of Somalisch is. Hun kinderen lopen hetzelfde risico als de eerste generatie: niet opgevoed worden in een gezin dat geïntegreerd is in de Nederlandse samenleving.
Onvrede
Asielzoekers komen naar Nederland voor een beter leven, net als de Turken en Marokkanen dertig, veertig jaar geleden. Maar asielzoekers staan qua cultuur veel verder van de Nederlandse samenleving af dan de Turkse en Marokkaanse gastarbeiders. Het verschil tussen de Turken en Marokkanen van toen en de nieuwkomers van nu, is dat de eersten werkten en de (ex-)asielzoekers niet. De verklaring is, volgens sommigen, dat langdurig verblijf in het asielzoekerscentrum demotiverend werkt. In het centrum groeit hun onvrede over hun procedure, de Nederlandse bureaucratie en hun bestaan in een caravan.
Maar het weerhoudt de asielzoekers er nooit van alvast te beginnen met gezinshereniging. Hun kinderen zullen, door gezinsvorming, weer nieuwe immigranten aantrekken. Misschien telt Nederland over twintig jaar ook wel 300 duizend Afghanen, 300 duizend Irakezen en 300 duizend Somaliërs. De problemen die er dan zijn zullen de huidige problemen met allochtonen doen verbleken.
Lekker toekomstbeeld......ahum....
Ik ben tegen zinloos geweld! |
|
|
|
|
Weerwoord forum index » Binnenland
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen Je mag geen reacties plaatsen Je mag je berichten niet bewerken Je mag je berichten niet verwijderen Ja mag niet stemmen in polls
|
Tijden zijn in GMT + 1 uur
Pagina 1 van 1
|
|
|
|
|